Precessie is wat er gebeurt als wordt geprobeerd de richting van de draaias van een roterend voorwerp te veranderen. Vanwege de wet van behoud van impuls zal in zo'n geval de werkelijke verandering van de draaias loodrecht staan op het krachtmoment dat erop wordt uitgeoefend.
Het eenvoudigste voorbeeld van precessie kan men zien aan een draaiende tol. Als de tol niet precies rechtop staat, zal de zwaartekracht proberen om de rotatieas om te laten vallen. Dat gebeurt echter niet: in plaats daarvan draait de rotatieas rond om de verticaal.
Precessie van de aard-as
Ook de aarde is te vergelijken met een tol die niet precies rechtop staat.
De aardequator maakt een hoek van 23,5 graden met de ecliptica. De zon oefent daardoor een kracht uit op het massaoverschot dat door de afplatting der aarde zich rondom de evenaar bevindt. Deze kracht zal proberen de aardas loodrecht op de ecliptica te stellen. Omdat de aarde om haar as draait, is het resultaat dat de aardas zelf een kegel rondom de pool van de ecliptica beschrijft. Dit uit zich in een verandering van de noordpool aan de hemel, zij beschrijft een cirkel van 23,5 graden rondom de pool van de ecliptica.
Op het ogenblik is de noordelijke hemelpool 1 graad 2 minuten van de ster alpha Ursae Minoris verwijderd; deze ster noemen we daarom (noord)poolster. Omstreeks 2800 v. Chr. was alpha Draconis noordpoolster en over 26.000 jaar zal de hemelpool weer ongeveer met onze tegenwoordige poolster samenvallen. De toekomstige zuidelijke poolsterren zullen zijn: Omega Carinae (in 5770), Upsilon Carinae (6850), Iota Carinae (8075) en Delta Velorum (9240).
De verandering van de plaats van de hemelpolen brengt ook een verschuiving van het lentepunt en het herfstpunt met zich mee: elk jaar gaat het lentepunt de zon 50 boogseconden tegemoet. Daardoor veranderen ook de declinatie en rechte klimming van de sterren. Om de juiste plaats van een ster te kennen, moet men de opgegeven declinatie en rechte klimming met behulp van de precessie-tabellen corrigeren.